Mijn vriendin Annelies maakt al jaren pindarotsjes — en geeft ze soms cadeau bij verhuizingen en verjaardagen. Fantastisch lekker en verslavend (crack!), vandaar de naam. Toen ik hele lekkere Zwitserse pure chocolade met pistachenoten had geproefd en deze nergens in Nederland kon vinden, besloot ik Annelies’ recept te gebruiken om zelf dan maar zo’n chocoladereep te maken. Dit bleek veel makkelijker en sneller dan ik dacht, dus een nieuwe hobby was geboren. In dit recept bewaar ik alle varianten die ik lekker vind.

  • Voor vegans, vegetariërs en omnivoren.
  • Voor 1 eenheid crackrotsjes. Ik doe ongeveer 2 weken met deze hoeveelheid — maar soms ook niet.
  • Dit kost me max 20 minuten om te maken, en dan 30 minuten tijd in de koelkast
  • Bron: Annelies en instructies [1] [2] van Rutger Bakt

Boodschappen

Tip: voor de chocolade in deze recepten gebruik ik ofwel grote onversierde chocoladerepen uit de supermarkt, ofwel de chocoladedruppels van de Notenshop.

Chocoladebrokken met pure chocolade en gezouten pistachenoten

  • 160 gram pure chocolade, grof gehakt of in pellets
  • 40 gram gepelde gezouten pistachenoten
  • Extra zout, suiker of honing naar smaak

Crackrotsjes met melkchocolade en pinda’s

  • 200 gram melkchocolade, grof gehakt of in pellets
  • 130 gram gezouten mega-pinda’s

Keukengerei

  • Magnetron
  • Plastic bakje van 1 liter voor in de magnetron
  • Spatel, lepel of pannenlikker om te roeren
  • Een vel bakpapier of aluminiumfolie
  • Een dienblad, bord of bakplaat die in je koelkast past

Bereidingswijze

  1. Zet alle dingen (pinda’s, andere nootjes, rozijnen, zout, honing, …) die je door de chocolade wilt mengen alvast afgewogen klaar voor als de chocolade gesmolten in.
  2. Bedek een dienblad met bakpapier.
  3. Tempereer de chocolade in de magnetron: doe de chocoladestukjes in een plastic bakje, en doe dit 20 seconden in de magnetron op vol vermogen. Roer vervolgens de chocolade goed door, zelfs als deze nog niet gesmolten in. Herhaal dit tot je een gladde chocoladesaus hebt gekregen.
  4. Schep de garnering door het chocolademengsel. Eventueel kan je nu ook extra zout, suiker, of honing toevoegen.
  5. Indien je chocolade-brokken wil maken: Stort het chocolademengsel op het bakpapier en spreid het goed uit. Nu heb je een grote chocoladeflik.
    Indien je chocolade-rotsjes wil maken: schep met een theelepel of eetlepel losse hoopjes van het chocolademengsel op het bakpapier.
  6. Zet het dienblad met de chocolade in de koelkast. Na een half uur is de chocolade afgekoeld en helemaal hard. Als ik chocoladebrokken wil maken, breek ik de flik nu in kleinere, handzamere stukjes. De chocola is klaar om te eten. :)
  7. Bewaar de chocola in een koekjestrommel of voorraadbus.